Deze Fluke uit 1973 is niet van mij zelf maar mag wel voor onbepaalde tijd blijven logeren.
Hij is erg lang niet gebruikt en werkte niet meer. Het ding is bij de eerste aanblik best lelijk, zo’n geel verkleurd front. Het was al gelig nieuwe maar het oogt nogal doorrookt zo. De bouwkwaliteit is echter byzonder hoog. Jammer alleen van die gammele aan uit schakelaar en “moderne” drukknopjes. Ze klikken niet dus je weet niet of hij het gepakt heeft. Maar naarmate je er langer mee bezig bent ga je van het ding houden, hij wordt, zoals ze zeggen, mooi van lelijkheid.
Normaal repareer ik niet voor derde maar omdat ik via zijn baasje een aantal heel erg mooie apparaten heb gehad is hij hier op de operatie tafel terecht gekomen voor een van de meest langdurige en lastige restauraties tot nu toe. De eigenaar heeft er niet echt een toepassing voor en tot die tijd zal hij door mij gebruikt worden. Wat absoluut geen straf is
Hij bestaat uit een moederboard met daarop een aantal slots met analoge en digitale bussen. Het hart wordt gevormd door een controller met Intel microprocessor. Voor die tijd een erg geavanceerd apparaat met specs die zelfs nu nog menig meter bleekjes laat afdruipen.
Het apparaat is voorzien van een aantal modules.
– Een DC converter
– Een AC/DC TRMs converter
– Een Ohms converter
– Een filter module
– De controller
– Een shunt module om stroom te meten
– De meest luxe versie van de verkrijgbare AD converters
– Een calibratie unit.
Het hoofdprobleem was een defecte controller, een van de logic IC’s die de bus aanstuurt bleek defect te zijn. De oorzaak bleek een haar dun zilverdraadje wat in een van de slots klem zat en dus af en toe 30 of 15V op plekken zette waar dat niet zo prettig was. Dat betekende ook dat het apparaat het dan weer wel en dan weer half en soms helemaal niet deed . Ik ben redelijk digibeet dus dat was voor mij lastig zoeken. Na vervanging van het IC deed hij het weer, een dag en toen begon hij weer. Bleek er nog zo’n draadje te zitten en weer lag de poort eruit. Gelukkig had ik hem in een voetje gezet. Daarna met stofzuiger en perslucht de kast te lijf gegaan. Er zitten twee klokken in. Gemaakt door een kristal en deze moet je precies timen. Ook dat was een gezoek voor ik daar achter was. Door de kortsluiting gaven echter langzaam maar zekers steeds meer dingen het op.
Toen de controller weer werkte, na ook de nodige condensators en een tor vervangen te hebben was de DC converter aan de beurt. Ook daar de nodige condensators vervangen. oa de beruchte oranje tantaaltjes die Tek ook gebruikt. In deze meter zaten ze puur vanwege het volume. Ze waren 10 tot een paar honderd uF groot. In die tijd was een elco van die maat nog vrij groot en het moest wel in die afgeschermde boxen passen. Probleem was hier verder dat het schema voorzien was van een kruis en de tekst dat er niks van klopte. Fijn. Gelukkig zaten er twee manuals bij en het tweede schema klopte wel. Alleen ontbrak daar een stuk over het afregelen. Er zitten twee grote relais op en een van die relais had een hoge overgangs weerstand op een van de contacten. De tweede bleek later ook niet fris meer. Ik heb hem er af gehaald, open gemaakt en ultrasoon gereinigd. Daarna was het weer goed.
De current module, het filter en de AD converter mankeerde niets. In eerste instantie. Later bleek de AD converter de hoofdoorzaak van nog veel meer ellende. Toen dat weer werkte werd hij na een tijdje ineens instabiel. Dat bleek het digitale deel van het Filter te zijn. De calibibratie module had een defecte backup nicad. Daar heb ik een batterij houder met 4 nicad AA cellen voor in de plaats gezet. Verder wat kleine reparaties en hij deed het weer. Deze module heeft geheugen waarin je waarden opkunt slaan. Voor in het front zit een luikje met daarachter een schakelaar “cal”. Deze is normaal bedoeld voor calibratie zonder die module maar met deze module erin krijgt hij een andere functie. Je moet de basis calibratie dan ook zonder module doen. Je kunt hier calibratie waarden per bereik in opslaan maar hem ook gebruiken voor offset, zero of verschil-metingen.
Van de RMS converter was de 74LS174 kapot, verder niets.
Als laatste de Ohms converter. Dat is die op de foto hierboven. Daar was al flink aan gesleuteld en ook heeft hij waarschijnlijk ooit goed op zijn donder gehad. De sparkgap die er zit heeft aardig wat zwarte roetplekken. Het is een 4 poorts meet module. Dus geschikt voor Kelvin metingen. Alleen zit het ding vol met gepaarde en speciaal geselecteerde onderdelen ivm drift door tempco maar ook om een nul afstelling te krijgen. Er zitten 4 speciale Fluke torren als overspanningsbeveiliging. Een er van was in ieder geval lek. De module werkt wel min of meer. Tenminste soms doet hij het even. Maar het probleem is dat de versterker ineens zo ongeloofelijk kan gaan driften dat je niet eens tijd hebt hem af te regelen. Die versterker wordt gevormd door een heel nest onderdelen met ipv een waarde een * erbij. Dat betekent, als hier iets mee is moet de module terug naar de fabriek, speciaal geselecteerde en gematchte onderdelen. Ik ben bang dat ik deze module nooit meer goed ga krijgen. Of ik moet dat versterker geheel vervangen door een moderne opamp en die op een mini piggyboardje in de module erbij zien te frutten. Misschien als ik een keer erg veel goede zin en te veel tijd heb. 😉 Edit: hij doet het weer. De beveiligingstorren die er in zitten horen npn te zijn. Een was er dood en stond te lekken, de ander bleek een pnp te zijn. Ook waren de 4024’s een beetje dood.
Na de reparatie was het tijd voor calibratie.
Hier zit de calibratie module er nog niet in maar ondertussen wel en ook voorzien van de juiste referenties. Hier hangt hij via de Kelvin-varley divider aan de 731a welke in de 1.018150 stand staat. Hij staat er dus 5 uV naast maar een keer hoesten of bewegen is met unguarded kabel al genoeg voor een tiental uV verandering. Hier gebruik ik wel guarded kabels maar dan nog geeft de EMF door overgang van verschillende metalen, triboelectrische effecten en temperatuur verschillen al snel dit soort fouten. Daarnaast is de precisie altijd een bepaald percentage en dat betekent dat bij bijna iedere meter de laaste digit een indicatie is over wat er gebeurd. Stijgt of daalt een spanning, maar nooit geschikt als absolute meetwaarde. Bij mindere meters geldt dit vaak voor de laatste twee digits.